ENERGIE

Europa is wereldleider voor windenergie op zee. In 2020 waren er in de Europese zeeën 5.402 turbines geïnstalleerd en aangesloten op het elektriciteitsnet. Goed voor een totaalvermogen van 25.014 MW gespreid over twaalf verschillende landen (Offshore wind in Europe: Key trends and statistics 2020).

In België waren eind 2020 acht windparken operationeel (C-Power, Belwind, Nobelwind, Northwind, Rentel, Norther, Seamade en Northwester 2), bestaande uit 399 windturbines verspreidt over een oppervlakte van 238 km² en goed voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 2.262 MW. Dit brengt ons in 2020 op de vierde plaats binnen Europa (na het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland) en op de vijfde plaats wereldwijd, na China. Deze capaciteit komt overeen met 10% van het totale Belgische stroomverbruik en ongeveer 50% van het stroomverbruik door gezinnen (BMM, BOP, Van Quickenborne 2020, Rumes en Brabant 2020). Met het marien ruimtelijk plan 2020-2026 werd in 2020 een nieuwe zone voor offshore energieopwekking van 281 km2 ter beschikking gesteld. Deze zone, de Prinses Elisabeth zone (samengesteld uit: Fairybank, Noordhinder-Noord en Noordhinder-Zuid), zou de offshore windcapaciteit op het Belgisch deel van de Noordzee (BNZ) moeten optrekken tot minstens 4 GW (BOP, Kustportaal, MRP 2020-2026, Rumes en Brabant 2020).

Door het toenemende belang van energieproductie op zee, is er een groeiende vraag naar submariene elektriciteitskabels voor het transport van stroom naar het land. De uitbouw van windenergie en bij uitbreiding offshore energie in het BNZ ging initieel gepaard met afzonderlijke aansluitingen op het landnet. Met het installeren van een ‘Modulair Offshore Grid’ (MOG) gebeurt dit voor de windparken Rentel, Seamade en Northwester 2 op een meer geclusterde manier (Federaal Ontwikkelingsplan van het transmissienet 2020-2030. Verder is er ook de Nemo Link, een bidirectionele hoogspanningsverbinding op gelijkstroom tussen het Verenigd Koninkrijk en België dat moet zorgen voor een verbeterde verbinding tussen het VK en het Europese vasteland. Om de opgewekte stroom van de nog te bouwen windparken in de nieuwe Prinses Elisabeth zone aan te sluiten op het Belgische elektriciteitsnet, is een bijkomende hoogspanningsverbinding van het binnenland naar de kust opgenomen in het Federaal ontwikkelingsplan van het transmissienet 2020-2030, het zogenaamde Ventilus project.

Naast de stroomkabels liggen er op de Noordzee nog drie aardgaspijpleidingen, goed voor een totale lengte van 163 km. Twee daarvan (de Zeepipe- en de Interconnector-pijpleiding) zijn geconnecteerd met de haven van Zeebrugge (Fluxys). Tot slot bevinden er zich op het Belgisch Continentaal Plat (BCP) 16 telecommunicatiekabels met een totale lengte van 914 km.

Meer informatie over de Energie thematiek binnen de Belgische Noordzee is te vinden op de website van het Compendium voor Kust en Zee.
 
Information
Mariene Ruimtelijke Planning
Offshore windparken
Kabels en pijpleidingen